Kennisnet heeft de afgelopen jaren jaarlijks onderzoek laten uitvoeren naar naamsbekendheid, klant-tevredenheid en verschillende aspecten van ict-gebruik in het onderwijs. De meting in 2007 is de zevende op rij en uitgevoerd door Intomart.
Helaas staat in het document:
Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale verwerking of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de hiervoor genoemde instanties.
Dus ik mag er niet zo maar (letterlijk) dingen uit overnemen. Vreemd voor iets dat met gemeenschapsgeld gefinancierd is, maar goed...
Er staan toch allerlei interessante dingen in, dus kan ik iedereen aanraden het document te downloaden.
Maar ook hier en daar wat vraagtekens. Zo worden er cijfers gegeven over het gebruik van digitale borden:
- Bijna de helft (48%) van de scholen in het primair onderwijs (PO) heeft een digitaal schoolbord; gemiddeld 2,5 per school.
- Vier op de tien (40%) scholen/instellingen in het mbo beschikt over één of meer digitale schoolborden; gemiddeld 7,6 per school.
Het lijkt mij dus beter om de getallen te relateren aan het aantal leerlingen en niet aan een vaag begrip als "school".
Met die wetenschap vraag ik me af hoe ik alle andere getallen die in het rapport genoemd worden moet interpreteren!
Op gevaar af dat ik een dagvaarding krijg waag ik het toch ter illustratie om een ander grafiekje te laten zien over het gebruik nu en over twee jaar van online videomateriaal in het BVE, (althans) volgens de docenten. Dat zijn getallen waar ik (ook over 2 jaar) niet blij van word...
En zo staan er nog veel meer cijfers en grafieken, bijvoorbeeld over de bekendheid met de site(s) van Kennisnet en het bezoek daarvan door leerlingen, docenten en managers.
Wat vinden jullie van dit rapport en welke lering moeten we daar met elkaar uit trekken?
